NL

Praktijkkaart: monitoring en evaluatie

Praktijkkaart: monitoring en evaluatie

Wat is het doel van deze praktijkkaart?

Deze praktijkkaart biedt handvatten om na te gaan of het doel van een interventie bereikt wordt. Daarvoor bestaan twee manieren: door te monitoren of door te evalueren. In deze praktijkkaart leggen we het verschil tussen beide uit, en hoe je ze in de praktijk het best kunt uitvoeren.

Door te monitoren kun je in kaart brengen of je je doel bereikt hebt en een probleem opgelost is. Daar geldt echter een kanttekening bij: je weet op deze manier niet of de uitkomsten ook echt door de interventie veroorzaakt is, of dat andere factoren daarin een rol spelen.

Door te evalueren kun je bepalen of de interventie werkt. Een evaluatie laat niet alleen zien of een doel bereikt is, maar vertelt ook of de uitkomst daadwerkelijk het gevolg is van de ingezette interventie – en of de interventie dus de tijd, moeite en het geld waard geweest is. Daarmee kan het verschil tussen een monitor en een evaluatie teruggebracht worden tot het verschil tussen de vragen: ‘Hebben we ons doel bereikt?’ en ‘Hebben we door deze interventie in te zetten ons doel bereikt?’

Voor zowel een succesvolle monitor als evaluatie moeten de volgende stappen worden doorlopen:

  1. Formuleer een onderzoeksvraag die met de monitor of evaluatie beantwoord wordt;
  2. Gebruik dezelfde gegevens die je gebruikt hebt om het probleem vast te stellen;
  3. Houd de voortgang en uitvoering van de interventie bij;
  4. Verzamel gegevens nadat je de aanpak hebt ingezet;
  5. Voer de gegevens in een tabel of spreadsheet in;
  6. Analyseer je gegevens.

 

Bij de evaluatie geldt nog een belangrijke tussenstap: Na stap 2 wordt bepaald wie de vergelijkingsgroep is. Bij een evaluatie is een vergelijkingsgroep cruciaal omdat je wilt weten wat er zou zijn gebeurd als de interventie niet had plaatsgevonden.